Ruim 370.000 stadsbewoners met een bovenmodaal inkomen willen de stad verlaten. Een ruime meerderheid van de bewoners willen een huisje met een tuintje. En de aanwezigheid van groen en water is voor de stadsbewoner veel belangrijker dan stedelijke voorzieningen als boetieks, restaurants, theater of musea.
Dit blijkt uit een onderzoek van het OTB van de TU Delft in opdracht van NVB Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers. “De uitkomsten laten duidelijk zien dat het compacte stadbeleid op de schop moet. Om echt aantrekkelijke steden te maken is een herziening van het belastingstelsel noodzakelijk voor een betere balans tussen baten en kosten van groen en stedelijke voorzieningen”, aldus Jo Goossens, voorzitter NVB.
Hij zei dit vorige week woensdag 14 oktober, tijdens de bijeenkomst ‘(Binnen)stedelijk bouwen voor bovenmodale inkomensgroepen’ in Rotterdam. Op het symposium werden de resultaten gepresenteerd van het OTB-onderzoek naar de mogelijkheden om de consument te verleiden in de stad te blijven of te komen wonen. Dit blijkt met het huidige beleid, dat sterk is gericht op verdichting, in elk geval niet te gaan lukken. Maar liefst 350.000 huishoudens willen de stad verlaten. Aanzienlijk meer dan de 120.000 huishoudens dat een verhuizing naar de stad overweegt.
Volgens Goossens is dit schrikken, maar misschien ook weer geen verrassing. Goossens: “Veel woningbouwlocaties zijn door de crisis hard getroffen. De grootste klappen zijn gevallen bij de stedelijke locaties. Zij hebben bij een sterk krimpende markt zelfs flink marktaandeel verloren op de dorpse en overige locaties. Dit bevestigt dus de conbclusie van het OTB. Voor succesvol binnenstedelijk bouwen is het echt alle hens aan dek.”
Verrassend noemt de NVB-voorzitter het feit, dat stedelijke bewoners meer waarde hechten aan openbaar groen, water en recreatie dan aan echt stedelijke voorzieningen zoals boetieks, restaurants en theater of musea. “Het is niet zo dat deze voorzieningen niet worden gewaardeerd, in tegendeel, maar ze hoeven alleen niet perse om de hoek te liggen.” Bovenaan het verlanglijstje staat stedelijk groen in de directe omgeving. En juist dit groen komt door de vele inbreidingsplannen in de verdrukking.
Meer aandacht voor een groene omgeving in de stad biedt echter vele voordelen zoals een verbeterde luchtkwaliteit, minder druk op het riool en een verfraaiing van straat en wijk. Belangrijk aspect is echter de betaalbaarheid ervan. “De huidige situatie, waarbij de hoge kosten volledig op het bordje van de koper of huurder van een project wordt gelegd is oneerlijk, onzinnig en onwerkbaar. Het is daarom de hoogste tijd dat gemeenten meer vrijheid krijgen om eigen belastingen te heffen, zodanig dat de last van goede stedelijke voorziening, inclusief de groene ambities, eerlijk over alle inwoners wordt verdeeld. Uiteraard vergt dit wel een herziening van het belastingstelsel”, aldus Goossens.
Het roer moet aldus de NVB-voorzitter radicaal om. Om de uittocht en de druk op het buitengebied tot stilstand te brengen moet de stad aantrekkelijker worden met een woningaanbod waar behoefte aan is. “Zeven op de tien stedelijke huizenkopers willen een tuin bij hun huis. Dat staat in schril contrast met het gegeven dat 60 procent van het nieuwbouwaanbod uit appartementen bestaat.”
Klik hier! voor de presentatie van Jo Goossens
Klik hier! voor de lezing van Jo Goossens (het draait om de kracht van onderop)
Bron
Wees de eerste die reageert op "Hogere inkomens keren zich van de stad"