Verdwenen in stilte – wat doet de gemeente met dit weiland?

Al jaren loop ik bijna dagelijks langs het weilandje op de helling tegenover ziekenhuis Rijnstate, net naast het kleine kerkje “Onze Lieve Vrouwe en al Haar Engelen”. Een plek waar ik regelmatig ook even op het bankje ga zitten om te genieten van de stilte en de zon.

Op dat weiland stonden altijd een paar paarden. Vaak zag ik daar ook een oudere vrouw die ze verzorgde, rustig, met aandacht. Haar golden retriever dartelde er omheen, speels als een jong veulen.

Deze week was ineens de stal weg en de paarden verdwenen. Alleen wat resthout lag er nog, alsof iemand haastig afscheid had moeten nemen. Vanmorgen zag ik een man bezig met opruimen. Ik sprak hem kort aan. Hij vertelde dat ze na dertig jaar moesten vertrekken. De gemeente Arnhem had het gebruik van het weiland beëindigd en hen drie maanden gegeven om alles op te ruimen. De paarden staan inmiddels ergens anders. Wat er met het weiland gaat gebeuren? Dat wist hij niet. De gemeente had er niets over losgelaten.

Ik vind het eerlijk gezegd bizar. En ook verdrietig. Na al die jaren zomaar weg, zonder uitleg. Ik ben ook benieuwd wat de plannen zijn. Gaat hier iets nieuws komen? Wordt het bebouwd? Of blijft het een open plek met ruimte voor rust en leven?

Als iemand meer weet, ik hoor het graag.

Update
Op Facebook reageerde Jan Westerhof: “Heftig al deze reacties van stadgenoten die van alles aannemen en concluderen zonder te weten wat er aan de hand is. Het gaat hier om natuurontwikkeling. De gemeente wil de natuurkwaliteit verbeteren van de Braamberg in verbinding met Sonsbeek en Klarenbeek. Ook gezondheid in relatie tot natuur is de inzet. Samen Rijnstate en het psychiatrisch ziekenhuis. Wat betreft de huur van de paardenweide, de eigenaar van de paarden wist bij het afsluiten van het huurcontract dat dit tijdelijk was en wat de bestemming van het gebied is. Hij heeft mij verteld er geen probleem mee te hebben, hij wist waaraan hij begon. De weide werd overigens intensief begraasd met drie paarden. Ze moesten regelmatig worden bijgevoerd.”

Reacties