Mormor: onder het craquelé

Donderdag ging ik naar de vertoning van de film die Adelheid Roosen over haar moeder maakte; Mam. Na afloop zei ze zoveel prachtige dingen. Dat het geleidelijk steeds slechter ging met haar moeder, door de ziekte van Alzheimer. Daar wende ze dan aan. En nóg weer wat slechter. Opnieuw wende ze. En zo ging het door. Waardoor ze op een gegeven moment het gevoel had dat haar moeder onsterfelijk was. Zo voel ik me ook over mormor.
Verder vertelde Adelheid dat onder het craquelé een schitterende vaas tevoorschijn komt. Een waanzinnig echt mens. Want bij Alzheimer zit er niets meer tussen. Als iemand boos is, is hij razend. Lachen wordt gieren met tranen in de ogen. Zoveel echtheid maakt ons verlegen. Zo zijn de meesten na hun kindertijd niet meer. De spontaanste mens in iemand staat op.

Met iets lekkers van banketbakker Holtkamp stap ik het tehuis binnen. Mormor zit in een grote stoel. Ze probeert meteen overeind te komen als ze me ziet. We peuteren het lint van het knisperende cellofaan.
‘Zullen we meteen beginnen?’ zegt mormor gretig.
Ongegeneerd steekt ze een cakeje in haar mond en begint te kauwen. En nog een. En nog een. Een grote lach op haar gezicht. Ik schiet in de lach en eet mee.
‘Heb je honger, mormor?’
‘Nee, dit is gewoon ontzettend lekker.’

Reacties