Tien jaar Gouden Piramide – deel 1 [longread]

Gerrit Breeman op de Klarendalseweg voor 'Galerie Zijlstra' © Rinus Baak

Op 30 november 2023 is het tien jaar geleden dat Volkshuisvesting De Gouden Piramide won. De rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap op het gebied van architectuur en gebiedsontwikkeling werd uitgereikt voor het project Klarendal Modekwartier/100% XL en was de toef op de taart van de grote transitie die de woningbouwvereniging samen met bewoners, ondernemers en de gemeente Arnhem in Klarendal teweegbracht.

Door Hilde Wijnen

De successen, uitdagingen, lessen, verrassingen, het plezier en de samenwerking, in een vierluik kijkt een aantal betrokkenen terug op die veranderende tijd en naar hoe de wijk er nu, een decennium later, voor staat. Bij Boekencafé ABC Libertas aan de Klarendalseweg trapt Gerrit Breeman, van 2000 tot 2018 directeur van Volkshuisvesting, af.

Deel 1. Gerrit Breeman:

Synergie en sterke verhalen

Gerrit Breeman glimt nog altijd als hij het over de transformatie van Klarendal heeft. Op zijn initiatief wordt op 30 november 2023 in restaurant Goed Proeven het tienjarig jubileum van De Gouden Piramide gevierd. “De Gouden Piramide was voor mij een kantelpunt,” verklaart hij. “Een soort bewijs: nu gaat het niet meer verkeerd met Klarendal.”

Dat dat niet altijd zo is geweest mag duidelijk zijn. De wijk heeft een roemrucht verleden. Tot de jaren zestig is Klarendal een drukbezochte bloeiende buurt waar veel gespecialiseerde winkels en ambachtelijke bedrijven te vinden zijn, maar daar komt in de jaren erna langzaam de klad in. Bewoners trekken weg of gaan boodschappen doen in nieuwe, grote winkelcentra en de ene na de andere speciaalzaak sluit de deuren om plaats te maken voor coffeeshops en andere winkels met dubieuze waren.

De jaren tachtig vormen een dieptepunt. Bewoners hebben het gevoel dat de wijk wordt overgenomen door criminelen en junks en ervaren veel overlast. Klarendal wordt een plek waar niemand zich meer durft of wenst te vertonen, laat staan dat mensen er graag willen wonen. Vooral de Klarendalseweg, de Sonsbeeksingel en de straten eromheen hebben het zwaar te verduren.

In 1989 ontploft de boel. Er ontstaan rellen. Een knokploeg gaat de straten door en vernielt auto’s van drugstoeristen en gooit ruiten van drugspanden in. Dat levert nogal wat aandacht van de media op en de problemen in Klarendal komen met stip onder de aandacht van gemeente en politie. In de periode na de drugsrellen wordt de wijk langzaam opgeruimd.

Wijkgericht werken

In 2000 starten opbouwwerker Rob Klingen en wijkmanager Chris van Zeevenhooven van de gemeente Arnhem samen met een aantal bewoners het project Klarendal Kom Op! dat erop gericht is de wijk schoon, heel en veilig te maken. “Volkshuisvesting deed hieraan mee, maar had een kleine rol,” vertelt Breeman. Dat verandert als in 2002 uit de samenwerking met de bewoners ook een wijkvisie ontstaat: Klarendal, Kleur en Karakter, onder redactie van Peter Koelewijn. Gerrit staat dan twee jaar aan het roer van Volkshuisvesting en is in Malburgen bezig met een omvangrijk vernieuwingsproject. Omstreeks dezelfde tijd vormt de gemeente een visie op de stad met daarin een nieuwe aanpak om de leefbaarheid en veiligheid in vijf Arnhemse aandachtswijken terug te brengen: Malburgen, Geitenkamp, Klarendal, Presikhaaf en ’t Broek. Speerpunt is het wijkgericht werken. “Wij wilden daar ook een rol in spelen. Daar hadden we ook belang bij, want onze woningen staan daar. In Malburgen was een kant-en-klaar plan. De andere wijken hadden dat niet.”

Behalve Klarendal, want daar blijkt de wijkvisie een bijzonder bruikbaar document. “Het was goed geschreven,” aldus Breeman. “Een aantal dingen erin stond Volkshuisvesting tegen, bijvoorbeeld het loslaten van de regels voor woningtoewijzing – dat idee legt als het ware een bom onder het systeem. Maar ik zei, zonder de discussie aan te gaan: ik vind het een heel goed stuk. Zullen we van start gaan? Wij kunnen beginnen met het opkopen van panden. Ik vroeg me wel af: is dit nou een laffe daad? Gaan we iets uit de weg? Nee! We gaan gewoon aan de slag met de andere zaken! En zo ging het ook. We hebben het nooit meer gehad over de dingen waarover we het niet eens waren.”

Investeren

Breeman krijgt groen licht en Volkshuisvesting is binnen de kortste keren in het bezit van vier dichtgespijkerde winkels. “De Klarendalseweg is een dooie weg, stond er in de visie. Nou, dus wij kochten die winkelpanden op en stopten er ambachtslieden in. Wat namelijk ook speelde in die tijd was de vraag: waar moeten de kunstenaars van Saksen Weimar heen? En: wat moet er met de mode? Dat dat mode-etiket er opgeplakt werd, hoefde niet voor ons. Wij waren gewoon bezig met wijkontwikkeling en het terugbrengen van kleine bedrijvigheid.”

Het blijkt een gouden greep. Na de eerste panden volgen er rap meer. “De unieke combi van winkel, atelier en woonruimte, dat is de kracht. Dat vind je nergens anders. De investeringen waren relatief hoog in verhouding met de huurprijzen, maar ze waren het dubbel en dwars waard. Nog steeds. Er is geen leegstand. Als er een winkel vertrekt, dan is er zo weer een nieuwe. Er is steeds nieuw elan.”

Ook de Klarendalse molen en het café op de hoek van de Verlengde Hoflaan en de Klarendalseweg worden eigendom van Volkshuisvesting, beiden naar aanleiding van gesprekken, suggesties en/of vragen van wijkbewoners. Zoals Wim Simmers, kroegbaas van De Huiskamer van Klarendal, beter bekend als Café Simmers. “Wim stimuleerde ons. Hij zei: jullie moeten het café hier tegenover kopen. Dat wordt toch nooit een concurrent van mij, ik heb mijn eigen publiek. Dat was ook zo. Mensen kwamen van heinde en verre naar zijn café. En hij had gelijk. Sugar Hill werd van de ene op andere dag een succes. De synergie die er was in de wijk: de vonken spatten er vanaf!”

Volkshuisvesting investeert niet alleen in winkelpanden. De woningbouwvereniging is ervan overtuigd dat het woonplezier van huurders en de waarde van hun woningen niet alleen afhankelijk zijn van de staat van hun huis, maar ook van die van hun leefomgeving en pakt het opknappen van de wijk grondig en grootscheeps aan. “De verantwoordelijke voor de vernieuwing van de Klarendalseweg zei: ons budget is beperkt. Als jullie twee ton op tafel leggen, krijgen we er Europees geld bij en kunnen we de kwaliteit echt omhoog gooien. Dat hebben we gedaan,” illustreert Breeman. “Daar kun je principieel op tegen zijn, maar wij geloofden daarin.” Hij wijst naar buiten: “Kijk, nu heeft de hele Klarendalseweg historische lantaarnpalen.”

Wind mee

Het Klarendalse ontwikkelingsproject heeft de wind mee. In 2007 komen de Vogelaargelden vrij en de wijk gaat, ook met behulp daarvan, stapje voor stapje vooruit. In 2008 opent Goed Proeven, het absolute kunststuk van de metamorfose en symbool van de overgang van een wijk waar niemand nog dood gevonden wilde worden naar een blakende buurt met allure. “De sleutel van het succes is de driehoek: bewoner, Volkshuisvesting, gemeente. Dat was een echte drie-eenheid met de juiste mensen op de juiste plaats,” vindt Breeman. “Van het begin af aan was er geloof en een langetermijnvisie. We zijn er twintig jaar mee bezig geweest en hebben altijd vastgehouden aan de lijn. En al die jaren steeds met dezelfde mensen: de bewoners, de gemeente en ook bij Volkshuisvesting bleven de betrokkenen gelijk.”

Een spannende tijd was het wel, volgens Breeman. “We hebben grote risico’s genomen en veel geluk gehad.” Voorbeelden om dat te verduidelijken zijn er genoeg. “Hoever wil je gaan met sterke en stoere verhalen?” grapt hij. Om vervolgens meteen van wal te steken: “Het verhaal dat Goed Proeven in 125 stukken gezaagd is, kent iedereen ondertussen wel, maar dat het pand al een flink eind in aanbouw was toen we nog geen ondernemer hadden, niet. Gelukkig zei Franklin van Reem meteen: ik zie dit helemaal zitten. Hoe groter hoe beter!” Breeman vervolgt. “Een gerenommeerde projectontwikkelaar zei vlak voor de opening tegen mij: Gerrit, wie denk je dat hier volgende week zitten? Ik, stoer: heel Arnhem. En toen kwam gewoon de hele regio!”

Vanzelf is dat niet gegaan. Om de aandacht op het restaurant te vestigen, wordt vlak voor de opening de Nacht van de Architectuur georganiseerd en een aantal modeshows. De evenementen worden goed bezocht en het omgetoverde stationspostkantoor spreekt tot de verbeelding van de bezoekers. “Iedereen die binnenkwam zei: hier ga ik een keer eten. Ik ben daarna elke avond langsgefietst om te kijken of het wel vol zat. Dat gebouw had mijn ondergang kunnen worden!”

Sprookje

In 2015 stopt het sprookje. Door het woonakkoord van VVD’er Stef Blok, die dan minister voor Wonen en Rijksdienst is en ironisch genoeg ook degene die De Gouden Piramide aan Volkshuisvesting overhandigt, is het voor woningcorporaties niet meer mogelijk projectontwikkelaar te zijn en wordt hun functie gereduceerd tot beheerder. “Toen wij De Gouden Piramide kregen was dat al duidelijk. Met een zuur gezicht werd de prijs uitgereikt. Blok zei: ik ga de regels veranderen. Dit is niet jullie taak. Hij was principieel tegen, terwijl de jury juist vond dat zo’n project alleen mogelijk gemaakt kan worden met behulp van een woningcorporatie.”

Erg jammer, vindt Breeman, want Klarendal blijft aandacht nodig hebben en hij gelooft nog steeds dat woningcorporaties daar een grote rol in kunnen spelen. “Hoe krijg je een wijk omhoog? De markt doet zulke dingen niet. Die stapt pas daarna in, als het al zover is. Ik hoop op nieuwe vormen van collectiviteit, zoals van bewoners.” Even later: “De lijn moet doorgetrokken worden. Een aantal plekken in de openbare ruimte is niet goed, zoals de plek van de sporthal. Dat is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Een soort haat-liefdeverhouding had ik met de gemeente. Soms gaat het er stroperig en langzaam, soms gebeuren er fantastische dingen. Vertrouwen is het begrip waar het om gaat. Vertrouwen in jezelf, de ander, de toekomst. Synergie is een interessant fenomeen. Ongrijpbaar, maar je moet er altijd naar op zoek zijn.”

Ballroom Theater

Hoewel Gerrit Breeman nog regelmatig op zijn fiets door Klarendal gaat en de wijk voor altijd aan hem verbonden blijft, hebben anderen het stokje overgenomen. Wat rest zijn herinneringen aan een prachtige tijd. “Ik droom ervan nog een keer een filmavond te houden. Er is mooi beeldmateriaal uit die jaren, waanzinnig! Nog eentje dan, uit de categorie sterke verhalen: in het pand waar Servitex nu zit, was vroeger Het Ballroom Theater. Alle kunstenaars die een kunstje kenden, mochten dat daar komen doen. Daar is een film van gemaakt. Het Ballroom Theater had de sfeer van een illegale kroeg en was een aantal zaterdagavonden lang helemaal uitverkocht. Echt absurd. Het was amateuristisch, maar iedereen genoot er intens van. Als we díe film laten zien, gaat iedereen smullen!”

In deel 2 van deze reeks vertellen toenmalig opbouwwerker Rob Klingen van Rijnstad en bewoner Monita Polman over hoe zij het project ervaren hebben en wat er nog van terug te zien is in de wijk: van blokgesprekken tot bloembakken. 

 

Reacties