Arnhem had geen rol bij roof Joodse bezittingen tijdens Tweede Wereldoorlog

Het Joods monument naast de Eusebiuskerk op de Jonas Daniël Meijerplaats © Zefanja

Arnhem had geen rol bij de roof van Joodse bezittingen in de Tweede Wereldoorlog. Dat zegt de gemeente na onderzoek dat zij heeft laten uitvoeren. Er zijn ook geen aanwijzingen gevonden dat de gemeente boetes uitdeelde aan joden die terugkeerden na deportatie of onderduiken.

door Tian van der Snee

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er vastgoed, grond, bos en heide oneerlijk afhandig gemaakt van Joodse burgers die ondergedoken zaten of gedeporteerd waren, constateren de onderzoekers. Dat gebeurde ook in Arnhem, maar de gemeente heeft daarin geen rol gespeeld blijkt nu. Er zijn geen aanwijzingen dat de gemeente vastgoed uit Joods bezit heeft gekocht

‘Zorgvuldig onderzoek’

Onder meer in Amsterdam werden boetes uitgedeeld aan Joodse burgers die terugkeerden uit kampen of onderduik voor achterstallige belastingen, onroerendezaakbelastingen en erfpachtcanon van tijdens de oorlog. Ook in Arnhem moesten Joden onderduiken of werden gedeporteerd, maar er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de gemeente teruggekeerde Joodse burgers deze boetes oplegde. Burgemeester Ahmed Marcouch vindt dat het onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en verwacht dat verder onderzoek geen nieuwe informatie oplevert.

Arnhem had voor de Tweede Wereldoorlog een levendige Joodse gemeenschap waarvan velen in de oorlog zijn afgevoerd en niet terugkeerden. Het college vindt het belangrijk om de geschiedenis en verhalen van de Joodse gemeenschap levend te houden. Marcouch: “Wij doen alles om zichtbaar te maken wat gebeurd is en om hier ‘nooit meer’ uit te leren.”

——

Deze content is gemaakt door mediapartners RTV Connect

Reacties