Bruggen spreken tot de verbeelding. Denk aan de Londense Tower Bridge, de Parijse Pont Neuf of Rotterdamse Erasmusbrug. Reden genoeg om een levensbeschrijving van Arnhems vermaardste brug te schrijven met de prozaïsche titel De Brug.
Een beetje stad of dorp ligt aan het water. Daarbij verbindt een brug dikwijls beide oevers, zo ook in onze stad. Dit gegeven werkte Ingrid D. Jacobs niet alleen uit voor Arnhems meest iconische Rijn- of John Frostbrug, maar ook voor al die andere vaste- én niet-vaste oeververbindingen. Welke Arnhemmer kent ze trouwens niet: de Schipbrug-van-weleer, Nelson Mandelabrug en Andrej Sacharov- of Koningspleijbrug.
Schipbrug
Neerlandica en geschiedkundige Ingrid Jacobs dook voor haar onderzoek diep in Gelderse en andere archieven. In acht hoofdstukken vertelt zij op boeiende wijze welke bestuurlijke, praktisch, technische, enzovoort, horden overwonnen moesten worden om überhaupt een oeververbinding te realiseren. Zij start met de Schipbrug bij het Roermonsplein. De eerste schipbrug dateert uit 1603 en telde negentien aan elkaar gekoppelde pontons met daarop een wegdek. Als er een schip door moest werden enkele pontons middenin de brug er uit gevaren. Het gevolg was vaak lange wachttijden voor het (voet)verkeer. Sinds het einde van de negentiende eeuw droomde Arnhem van een vaste oeververbinding die de stad met de vruchtbare Betuwe kon verbinden.
Een vaste brug maar waar?
Maar op welke plek een vaste oeververbinding te realiseren? Op de plaats van de schipbrug of toch liever ter hoogte van de Lauwersgracht? Na vele deliberaties, geldgebrek, economische depressie en nog meer commissies was men er in 1932 uit. De gemeente organiseerde een aanbesteding. Vele Arnhemmers hadden kritiek en maakten zich ernstige zorgen over het verdwijnen van de “schone Lauwersgracht”. In 1935 is de “verstijfde staafboogbrug” gereed en wordt zij door koningin Wilhelmina in juni 1936 officieel geopend. Dan wordt het 1940 en breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Rijnbrug, de spoorbug bij Oosterbeek en de spoor-/verkeersbrug van Westervoort worden door het 4de Regiment Huzaren opgeblazen. Het doel was de Duitsers in hun opmars te stuiten.
Slag om Arnhem
De Arnhemmers waren daarna lange tijd aangewezen op veerdiensten. De bezetters begonnen in 1941 met de daadwerkelijke herbouw van een vaste brug, waar pas in de zomer van 1944 die brug weer door iedereen te gebruiken was. Op zondag 17 september 1944 begint de Slag om Arnhem als onderdeel van operatie Market Garden. De geallieerden probeerden de Rijnbrug te veroveren maar dat lukt niet. Op 21 september 1944 was de brug weer definitief in Duitse handen. De Arnhemse bevolking moest vervolgens verplicht evacueren. In februari 1945 blazen de Duitsers de restanten van de zwaar gehavende Rijnbrug alsnog op.
Na de oorlog volgt de wederopbouw. Door geallieerden aangelegde baileybruggen bieden in eerste instantie soelaas. Burgemeester Chris Matser bepaalt in juni 1945 reeds, dat er weer een vaste Rijnbrug moet komen. In 1947 startten de voorbereidingen voor de herbouw en in mei 1950 wordt de vaste, derde boogbrug officieel geopend.
Dubbelstad
Gestage groei maakte van Arnhem feitelijk een dubbelstad mét een vaste Rijnbrug, die in 1978 werd omgedoopt tot John Frostbrug. Dit als eerbetoon aan de Britse commandant die in 1944 zo moedig met zijn manschappen om deze oeververbinding streed. Arnhem-Noord en -Zuid zijn weliswaar fysiek verbonden, maar niet op organische wijze. Jacobs schrijft: “Er zijn maatschappelijk verschillen en tegenstellingen. Al speelt dit niet voor iedereen en niet in elke buurt.” Gelukkig kantelt het vooroordeel bij vooral mensen uit Arnhem-Noord met betrekking tot Arnhem-Zuid. Ook in -Zuid, bijvoorbeeld in Schuytgraaf, kan het goed toeven zijn!
De Brug, De Oude Rijnbrug van Arnhem is een document dat een plek verdient in elke Arnhemse boekenkast. Het boek heeft een hardcover en is prachtig vormgegeven. De fotografie is een lust voor het oog.
Beeld:
Zicht op de Rijn en de John Frostbrug, foto Mimi Turk, september 2017, Gelders Archief, nr. 1566-1508