Lastige discussie over decentralisaties zorg

{

<p>Jan Willem Duyvendak, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, was donderdag 11 december gastspreker bij de Studium Generale voor Rijnstadmedewerkers en introducés. Voor een volle zaal in De Malburcht verkende hij de vraag ‘wat de politiek motiveert om de drie decentralisaties in de zorg door te zetten’. Duyvendak reageerde tevens op het kort daarvoor verschenen interview met hem in de NRC en het citaat ‘Zeker niet aan de keukentafel’ in het bijzonder.<br />
Jammer dat een belangrijk deel van de wijkteams verstek moest laten gaan bij deze interessante Studium Generale vanwege een cursus. Hieronder een persoonlijke indruk van de lunchbijeenkomst en de belangrijkste punten uit het betoog van Duyvendak.</p>
<p>Mijn betrokkenheid bij het onderwerp decentralisatie in de zorg komt voort uit een brede interesse in maatschappelijke veranderingen, hoe organisaties en individuen vanuit verschillende achtergronden samenwerken en wat de invloed is van individuele drijfveren op de processen.<br />
In dat kader interesseerde mij het samenbrengen van een wetenschapper met mensen van de werkvloer.<br />
Zijn de werkers wijzer geworden van het verhaal van Jan Willem Duyvendak? Ik denk deels. Veel onderzoeksgegevens die hij presenteerde, bevestigden waarschijnlijk de eigen vermoedens gezien het instemmende geknik (verderop meer over die feiten).<br />
Wat me vooral prikkelde is de indruk dat het grootste vraagteken is blijven staan: hoe kan het dat sinds jaar en dag zo weinig gedaan wordt met de input uit de praktijk, van het gezond verstand, dat ook nog eens onderbouwing vindt in onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.<br />
Wisselende dominantie van een monomane opvatting of aanpak leidt niet tot optimale zorg, beleid loopt achter de feiten aan, organisaties verliezen aan effectiviteit door het dienen van meerdere meesters, betrokken zorgwerkers worden aangenomen op hun drijfveren en vaardigheden maar lopen vast op procedures en regelgeving. En de zorgbehoevenden? Die moeten nu mee participatie-denken.</p>

<p>Betoog Duyvendak<br />
De eerste vraag die aan de orde kwam was waarom de discussie met politici over decentralisaties in de zorg zo’n lastige is. Antwoord: omdat twee argumenten door elkaar gebruikt worden, zijnde de inhoudelijke behoefte aan meer vrijwillige participatie door burgers én de centraal opgelegde bezuinigingen. Wie het ene argument bekritiseert, krijgt per ommegaande het andere voor de kiezen. Zo niet, dan toch.<br />
Politici staan ook niet erg open voor onderzoeksresultaten die de ingenomen standpunten tegenspreken. Wat mede de marginale rol van wetenschappers in het debat verklaart.<br />
Duyvendak kon geen andere dan de volgende schrale troost bieden: zodra de negatieve gevolgen van het beleid in de praktijk gevoeld en gezien gaan worden, mogen deskundigen in de media komen opdraven om de situatie te analyseren en te duiden.<br />
Ik vermoed dat ook dan de toehoorders met de vraag blijven zitten: als iedereen het kon weten, waarom wordt het dan niet voorkomen?</p>

<p>Overigens gaf Duyvendak blijk van een genuanceerde kijk op het participatie-denken. Keer op keer benadrukte hij de noodzaak om per specifieke situatie keuzes te maken. “Soms zijn vrijwilligers goed of zelfs beter in staat om hulp te bieden. Maar soms zijn professionals toch echt de aangewezen personen”.<br />
Zo was het citaat in het NRC ook bedoeld. Keukentafelgesprekken zijn zeer nuttig en effectief bij doelgroepen die niet op een andere wijze bereikt kunnen worden. Maar in de meeste gevallen lijkt het juist goed om de zorgbehoevende even uit de dagelijkse realiteit te halen als het gaat om het inventariseren van de hulpvraag.</p>

<p>Sterke instituties: meer vrijwilligers<br />
Reacties uit de zaal in de trant van ‘zie je wel’ volgden op de uitspraak “Het is door onderzoek bewezen dat in landen met sterke instituties het meeste vrijwilligerswerk wordt gedaan”. Kortom: het is nog helemaal niet gezegd dat het terugtrekken van professionals als vanzelfsprekend wordt opgevangen door een grotere vrijwillige inzet van meer burgers. Iets waar wel op wordt gerekend bij de huidige maatregelen.</p>

<p>Volgens Duyvendak is ook aangetoond dat een aantal taken beter niet aan vrijwilligers kan worden overgelaten: als het met continuïteit op het gebied van financiën, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid te maken heeft. Denk aan speeltuintjes in de wijk. In eerste instantie is zelfbeheer veelal een succes maar op termijn ontstaan conflicten of ergernissen omdat een bepaalde groep als (te) dominant ervaren wordt. Hiermee is het algemeen belang niet gediend. En het terugdraaien van de ontstane situatie is vrijwel onmogelijk.<br />
Ook professionals kunnen zich dominant en paternalistisch opstellen. Doch binnen arbeidsverhoudingen kan zoiets over het algemeen eenvoudiger bijgestuurd worden dan bij zelfstandig functionerende vrijwilligersorganisaties.</p>

<p>(Voor)oordelen<br />
Aan het einde van zijn betoog nam Duyvendak een aantal heersende (voor)oordelen door.<br />
Komen er teveel professionals aan de deur? Er zal her en der zeker langs elkaar heen gewerkt worden. Aan de andere kant blijft het een feit dat één professional meestal niet alle problemen kan oplossen.<br />
Nemen professionals de zorgbehoevende teveel uit handen? Dat zal vast en zeker eens gebeuren. Maar check eerst de individuele mogelijkheden en behoeften van zowel de zorgbehoevende als de zorgwerker. Wat komt daaruit als meest effectieve rolverdeling.<br />
Wordt er vanaf nu meer maatwerk geleverd? Het gebruik van die term in het kader van decentralisatie is ambivalent: het streven zal wellicht oprecht zijn maar logischer wijze is maatwerk niet altijd goedkoper, soms juist duurder. Feit is echter dat de uitkomst van de decentralisatie al vooraf is vastgelegd vanuit de bezuinigingsopdracht.<br />
Dragen intensieve intakegesprekken bij aan onderling vertrouwen en een beter afgestemd zorgtraject? Cliënten zijn ook niet gek. In de praktijk komt het voor dat mensen aangeven geen familie of vrienden te hebben omdat ze vrezen anders niet meer in aanmerking te komen voor professionele hulp.<br />
Wat bij mij de gedachte oproept: Als dat maar niet tot meer regelgeving en boeteclausules leidt.<br />
En, zoals onvolprezen Loesje zegt: “En zodra iedereen meedoet, komt de regering met de participatietax”.</p>

<p>Studium Generale Rijnstad<br />
Medewerkers van de brede welzijnsorganisatie <a href="http://rijnstad.nl/over_rijnstad.html" target="_blank">Rijnstad</a> organiseren een aantal malen per jaar een Studium Generale. Dit zijn lunchbijeenkomsten waarbij sprekers uitgenodigd worden die interessant zijn voor Rijnstad- medewerkers maar ook voor mensen uit het netwerk. Zij zijn dan ook van harte welkom als introducé.  De opzet is als volgt: Het eerste half uur een interessante spreker, vervolgens is er een half uur ruimte voor vragen of discussie. Napraten vindt plaats tijdens een eenvoudige lunch. Kort maar krachtig en inspirerend.</p>

Reacties

Wees de eerste die reageert op "Lastige discussie over decentralisaties zorg"

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*