Arnhem viert 100 jaar De Stijl

“Realisme is de rode draad in de collectie van Museum Arnhem. Het museum heeft dé belangrijkste collectie magisch- en neorealisme in Nederland. Dit betekent dat Museum Arnhem veel werken in huis heeft die uit dezelfde periode stammen als de periode waarin De Stijl-kunstenaars werk maakten. Niet alle kunst uit die periode leidde tot abstractie, sommige werken leidde tot een combinatie van abstractie en realisme of tot abstractie. Feit is dat kunstenaars uit die tijd elkaar inspireerden en van elkaar leerden en dat zij zich bezig hielden met dezelfde maatschappelijke vraagstukken en thema’s. Met deze gedachte in ons achterhoofd is het idee voor Stijlloos en Peter Alma ontstaan.”

“Wat de verschillende collecties van Museum Arnhem met elkaar verbindt is dat zij gaan over ‘Kunst en Samenleving’. Dit gegeven maakt dat de tentoonstelling over Peter Alma (t/m 19 maart) goed bij Museum Arnhem past. Alma had namelijk als doel om beeldende kunst voor de samenleving te maken: kunst die toegankelijk en begrijpelijk is voor het grote publiek. Als goede vriend van Mondriaan maakte Alma de oprichting van De Stijl van dichtbij mee. Hoewel hij door het idee van de beweging werd aangetrokken, namelijk om kunst te maken voor een nieuwe, betere wereld, vond hij de abstracte vormtaal onbegrijpelijk voor de gewone man.”

De jaren waarin De Stijl zich heeft ontwikkeld, 1917-1933, zijn op z’n zachtst gezegd turbulent te noemen. Zowel op technisch, wetenschappelijk en sociaal vlak veranderde er veel. Dat lijkt veel op de periode wij waar ons in bevinden, hoe zie jij dat?

“De geschiedenis herhaalt zich. Een kunstenaar voelt meer dan wie dan ook wat zich afspeelt of af gaat spelen. In Stijlloos zie je heel goed omdat de werken die gemaakt zijn in de periode zo rond de Eerste Wereldoorlog een stuk somberder en donkerder van kleur zijn. Een mooi voorbeeld is Carel Willink. Hij schilderde landschappen met dreigende luchten die bekend zijn geworden bij het grote publiek.”