Vier keer scoren in een uitwedstrijd is een luxe. Maar als daar zes(!) tegengoals tegenover staan, zoals bij Vitesse in de uitwedstrijd bij Jong PSV, dan levert die hoge eigen productie niets op. Hooguit kun je dan stellen dat een 6-4 nederlaag wat meer amusementswaarde heeft gehad dan een vergelijkbaar verlies met kleinere cijfers.
Hoewel, zelfs over die stelling valt nog te twisten, als ik bedenk hoe ongelooflijk ik me heb zitten ergeren aan die tegentreffers, waarvan de ene nog onnodiger was dan de andere. Dat was extra zuur, omdat een iets kleinere foutenlast tegen het eveneens defensief blunderende Jong PSV nog een punt had kunnen opleveren. De 3-3 en de 4-4 waren in bepaalde fases dichtbij met twee schoten op de paal van Yegoian en een gemiste open kans bijna op de doellijn van de doorgebroken Van Zwam in combinatie met Visser.
Mijn voorspelling in de vorige column dat we het als supporters vaker zouden gaan meemaken dat er tegengoals zouden vallen door domme fouten achterin, kwam dus meteen al uit. Dat het er zo veel in één wedstrijd zouden kunnen worden, ging zelfs mijn voorstellingsvermogen te boven. Zelfs met het noemen van de zes ketsers voorafgaand aan de doelpunten zijn we er dan nog niet eens. Als de Eindhovenaren alle gruwelijke fouten hadden afgestraft, was het een zeperd met dubbele cijfers geworden.
Als een ploeg 5-3-2 speelt, zijn de wingbacks nogal eens ‘op pad’ en dreigt bij balverlies voor de tegenpartij aanvallend ruimte te ontstaan op de flanken. Gaat het om de vijandelijke buitenspeler, dan moet de linker centrale verdediger die opvangen. Dat is overzichtelijk. Als er geen buitenspeler staat opgesteld of deze trekt weg, dan ontstaat een gat waar een middenvelder plotseling in kan duiken. In dat geval moet er in veel gevallen een middenvelder van de verdedigende partij mee.
Het is een defensief abc’tje, maar niet voor het team van Vitesse. Bij het eerste tegendoelpunt was Büttner dichtbij de PSV-buitenspeler, maar verzuimde hij mee terug te lopen. Bij het vierde, vijfde en het zesde tegendoelpunt was hij daarvoor te ver weg . Voorafgaand aan die 1-0 liep Jong PSV bij wijze van spreken fluitend door die linker verdedigingszone. Bij de vierde, vijfde en zesde PSV-goal was Cornelisse in de buurt zonder in te grijpen, waarover hierna meer. Tel daarbij op dat Egbrink in aanloop naar de 3-1 de bal knullig verspeelde en er zijn al vijf Eindhovense treffers verklaard. En bij de andere, plus bij meerdere door de Eindhovenaren gemiste kansen, zag het er achterin ook slecht uit.
Cornelisse speelde eind november 2020 voor het eerst in de basis in de met 2-0 gewonnen thuiswedstrijd tegen Fortuna Sittard. Hij stond toen in de dekking tegen Polter, een spits met een behoorlijke reputatie in de Bundesliga , die hij compleet uit de wedstrijd speelde. Desondanks kreeg hij daarna van de toenmalige trainer Letsch nooit meer een echte kans.
Ik heb indertijd vaak gepleit voor een basisplaats voor Cornelisse, die ik als een groot talent zag. Achteraf stel ik vast dat ik me heb vergist, misschien vooral door de specifieke eigenschappen van Polter, die weliswaar een neusje voor goals had, maar vrij traag was. Cornelisse troefde hem toen elke keer op snelheid af, maar intussen weten we dat dat bij andere, snellere spitsen andersom is.
Bij de vierde tegengoal stond Cornelisse bij een voorzet van links tussen twee tegenstanders in en verzuimde hij de binnenste man te dekken. Bij de vijfde stond hij te ver van de man af en kon hij alleen maar aan de binnenkant meelopen zonder de voorzet eruit te kunnen halen. En bij de zesde stond hij dicht op de man vlak bij de achterlijn, liet zich simpel uitspelen en kon de assist alweer niet verhinderen.
Net als ik zou Van den Brom onderhand moeten weten dat Cornelisse alleen kan concurreren voor de plek van verdedigende middenvelder. Kort voor de verdediging verzuipt hij verdedigend niet in grotere ruimtes en kan hij het team met zijn oog voor vrijstaande spelers en goede inspeelpass opbouwend van nut zijn. Ook in die positie is trouwens nog wel een belangrijk leerpunt voor deze speler om alerter te leren zijn in bepaalde verdedigende situaties. Als hij daar niet in slaagt, zal hij nooit een vaste basisspeler kunnen worden.
Over de plek van verdedigende middenvelder gesproken, wat is er aan de hand met Tsingeras? De Griek startte veelbelovend bij Vitesse. Hij is niet al te snel, maar zijn kracht lag in het wegdraaien met de bal uit de drukte en het openen naar een medespeler in een vrije(re) ruimte. Op die manier bracht hij lijn en voortgang in het spel. De laatste wedstrijden waarin hij speelde, draaide hij zich vaak vast en werd hij er vervolgens uitgelopen. Voeg daar Tielemans aan toe die voor een speler met zijn techniek nog steeds veel te veel in anonimiteit blijft hangen en van mijn favoriete middenveld Tsingeras-Tielemans-Yegoian blijft alleen de Georgiër over als schakel die aan mijn hoge verwachtingen voldoet.
Nu volgen een paar weken winterstop. Daarna zal het motto voor dit Vitesse moeten zijn: keihard werken, onnodige fouten tot een minimum beperken en lef tonen, met als sportieve doelstelling zo snel mogelijk naar nul punten en daarna naar een eindstand met dubbele cijfers. Vooral dat laatste zal, zeker zonder Jonathans, bijzonder moeilijk worden, maar is met de blijvende steun van de lovenswaardig grote en trouwe aanhang niet geheel onmogelijk.
Jong PSV-Vitesse 6-4
7. Simons 1-0, 21. Bawuah 1-1 (e.d.), 38. Van den Heuvel 2-1, 44. Bars 3-1, 46. Jonathans 3-2, 66. Abed 4-2, 68. Büttner 4-3, 78. Abed 5-3, 81. Abed 6-3, 83. Büttner 6-4.