Dit verhaal is een voorpublicatie uit het Sonsbeek Bulletin dat 4 maal per jaar verschijnt. Voor 15 euro per jaar ben je lid van de vrienden van Sonsbeek en ontvang je het Bulletin gratis. Zie: https://sonsbeek.nl/
Half mei is het, als parkwachter Jan Floor om 7 uur ’s ochtends door Park Sonsbeek wandelt om te laten zien hoe het monumentale park een thuis biedt voor vogels van allerlei pluimage. Door het warme weer lijkt het bijna zomer. Het is de tijd van nesten bouwen en jongen voeren. En er wordt flink gezongen in de beukenbomen.
Door Gabrielle Zeevenhooven
In Park Sonsbeek gaat de aandacht in eerste instantie vooral uit naar de culturele historie en de parkachtige beplanting. In deze schilderachtige omgeving heeft zich een hele horde aan gevleugelde bewoners gevestigd in iedere mogelijke broed- of nestelruimte. Sinds de roep om biodiversiteit sterker wordt, ook vanuit de Arnhemse raad, wordt er in de beplanting en het beheer ook rekening gehouden met de wensen en noden van deze inwoners.
Holle bomen voor nesten
In het park staan veel oudere bomen met holten en gaten, zodat de specht maar ook de mandarijn eend en de nijlgans plekken hebben om te broeden. Tijdens de wandeling wijst Floor op een opgehangen nestkast. “Dat zien wij eigenlijk liever niet. Wij willen een zo natuurlijk mogelijke omgeving scheppen voor vogels en niet overal kastjes hebben hangen. Vandaar dat oude bomen juist blijven staan tenzij ze gevaarlijk zijn voor de passerende wandelaar.”
Dieper in het park staan hoge lariksen waar een buizerd zijn horst heeft. De buizerd heeft een plateau van takken nodig om zijn nest op te bouwen. Dat vindt hij in de lariks. Dit stukje park is wat verder weg van de meest gebruikte paden en daardoor ook rustiger voor broedende buizerds.
Bewoners komen en gaan
De reiger heeft zich al jaren met zijn familie gevestigd in de bomen op een eiland in de grote vijver. Floor; “ Er is een groep vertrokken naar Arnhem-Zuid naar een nieuwe kolonie. Het zijn opportunisten dus als het ergens anders beter is dan gaan ze ervandoor. Dat is een onderdeel van een gezond ecosysteem. Vogels passen zich aan naar de mogelijkheden of ze zoeken het elders. Dat zelfde geldt voor de ijsvogel, een vogel waar het park bekend om staat. Die wordt niet zo vaak meer gezien. Floor; “We zien meer ijsvogels in Meinerswijk tegenwoordig. In het park is de visstand niet erg hoog door het blad in het beekwater. Daardoor is het water zuur en dus niet goed voor vis. Daar is niet veel aan te doen.”
In de vijver zwemt een eenzame zwaan. “Dat is een treurig verhaal, zegt Jan Floor, De partner van deze zwaan is twee maanden geleden overleden en zwanen zijn sterk monogaam. Tot nu toe hadden ze ieder jaar een nest jongen en ze zaten met al die kuikens op het wandelpad, soms tot schrik van de voorbijgangers. Nu zwemt zij gracieus maar alleen door het water.”
Struwelen voor zangvogels
Floor; “Op dit moment willen we inzetten op het aanplanten van lagere struikachtige beplanting waar de kleine zangvogels zoals merel, lijster en zwartkop een plekje kunnen vinden. Deze vogels scharrelen graag op de grond en ze bouwen een kom nestje in de struiken. Door de groei van de beuk zijn deze struiken verdwenen. Die willen we graag terugbrengen. Zo worden er steeds aanpassingen gedaan om te zorgen dat zo veel mogelijk vogels en andere dieren een plekje kunnen vinden. Met het huidige en toekomstige beheer willen we de wandelaar laten genieten van het park maar ook een diverse en natuurlijke leefomgeving bieden voor plant en dier” Ondertussen zingen de vogels om ons heen zodat het schettert en schalt tussen de beukenbomen. Het is lente, de zon schijnt en wie doet me wat.