Midden in Immerloo ligt het Huis vóór de Wijk. Het voormalige schoolgebouw is sinds 2007 in gebruik als wijkcentrum en stond jarenlang bekend als Sociaalhuis Prisma. Het buurthuis draaide niet optimaal en bereikte bovendien niet alle wijkbewoners. Daar moest iets aan gedaan worden, vond de gemeente.
door Hilde Wijnen
Sociaalhuis Prisma veranderde in Huis vóór de Wijk en met de geboorte van een nieuwe naam werd ook een vers, innovatief bestuur aangetrokken dat een frisse wind door het wijkcentrum liet waaien. Twee van de bestuursleden zijn Lars Nieuwenhoff en Marcel de Haas.
Pronkstuk
Wat het eerst in het oog springt is dat het Huis vóór de Wijk drastisch is verbouwd. Pronkstuk is de spiksplinternieuwe keuken, van waaruit Ali en Lucas van Brasserie de School zeven dagen in de week geurige gerechten uit alle windstreken op tafel zetten. De keuken bevindt zich in de aula, het hart van het gebouw. Vroeger werd die nauwelijks gebruikt. De ruimte was opgedeeld in een aantal huiskamers. Nu alles is opengebroken stroomt het licht door de hoge ramen naar binnen. Ook het podium achterin de aula is in ere hersteld.
Lars Nieuwenhoff en Marcel de Haas – “ze noemen ons Larcel” – zijn te vinden in een van de zonnige vergaderruimtes naast de aula. Tussen de vrolijke, knalgele muren en met uitzicht op de moestuin vertellen de twee mannen in razend tempo en met aanstekelijk enthousiasme over hun project.
Verbinding
Lars: “Toen we hier net kwamen waren er veel kleine clubjes. Er was geen samenwerking. We zijn gaan kijken: wat zit er in de weg? Hoe kunnen we al die groepen met elkaar verbinden? Nou, taal is dan bijvoorbeeld erg belangrijk. En informatie over elkaars cultuur.” Marcel: “Vrouwendag is daar wel een mooi voorbeeld van. Alle clubjes wilden hun eigen feest vieren. Doe het maar samen, vonden wij. Van de Marokkaanse vrouwen moesten alle ramen afgeplakt worden. ‘Afplakken?’ zeiden de Surinaamse vrouwen. ‘Dat is toch niet gezellig!’ Toen hebben we gepraat met elkaar. De Marokkaanse vrouwen legden uit dat dit de enige dag in het jaar is dat ze met elkaar kunnen feesten en dansen, op voorwaarde dat ze ongezien blijven. ‘Oké, afplakken die handel!’ riepen de Surinaamse vrouwen daarna. Als je niet oordeelt, maar kijkt naar wat ergens achter zit, ontstaat er begrip.”
Lokale economie
Immerloo kent zeventig culturen. Het is een van de vijf armste wijken van Nederland. De bedoeling is dat het Huis vóór de Wijk een prominente rol gaat spelen in de verbetering van de buurt. Het steunt daarbij op vier pijlers: kansrijk opgroeien, op weg naar werk, levensvraagstukken en eenzaamheid. Marcel: “Het Huis vóór de Wijk is niet een plek waar je alleen maar koffie kunt drinken. Je krijgt er kansen en je kunt je hier persoonlijk ontwikkelen. Het is veel meer dan een buurthuis.” Lars vult aan: “Er zijn veel manieren om een buurt te helpen. De vrijwilligers krijgen bijvoorbeeld een euro per uur vrijwilligersvergoeding. Geld is hier echt een issue. Die paar euro’s maken voor sommige vrijwilligers het verschil.”
Dat het Huis vóór de Wijk voor mensen een springplank moet worden naar echt werk, is dan ook een logisch gevolg. Maar Lars en Marcel denken verder. “Het mooiste zou zijn als er in de wijk een mini-lokale economie ontstaat”, vertelt Lars. “Als de vuilniswagen die hier langskomt bemand wordt door wijkbewoners. Of als er winkeltjes zouden komen in de garages onder de flats die dan weer in verbinding zouden staan met het Huis vóór de Wijk. Dán ontstaat er reuring en leven in de buurt.”
Jeugd
Behalve het verbinden van mensen en culturen willen Lars en Marcel ook de jeugd van Immerloo de weg naar het Huis vóór de Wijk laten vinden. “Iedereen is hier welkom, van 0 tot 99”, vertelt Lars. “In het begin misten we vooral de allerjongsten en de pubers.” Voor die laatsten is er een jeugdhonk in aantocht: De Hotspot. Die plek maken de jongeren zelf onder leiding van Morwarid, Niga en Riham van de Jeugdwijkraad. Marcel: “Het gaat ook om eigenaarschap. Het Huis vóór de Wijk is niet van mij of Lars, maar van de mensen in de wijk. Iets wat van jezelf is, sloop je niet zo gauw.”
De meiden van de Jeugdwijkraad krijgen veel voor elkaar. Naast het jeugdhonk houden zij zich ook bezig met de tuin. Zij zijn degenen die het enthousiasme voor het opstarten van de moestuin aanwakkerden bij de oudere bewoners van de wijk. Bovendien maakten ze van het oude schoolplein een groene oase. Marcel: “Het zijn superslimme grieten. Ze zijn opgegroeid in deze wijk. Zij weten precies wat nodig is. Ik ben een passant, zij wonen hier. Mijn droom is dat die meiden het hier straks gaan maken.”
Ontwikkeling
Het Huis vóór de Wijk is volop in ontwikkeling. Eten, spelen, tuinieren, een taal leren, huiswerkbegeleiding, een luisterend oor vinden, hulp krijgen bij schulden: een ieder die wat wil, kan er terecht. Lars: “Ondertussen is dit project voor ons echt een missie geworden. We willen dat het gaat slagen hier. Dat we iets doorbreken.” Marcel: “Mensen beginnen door te krijgen dat er iets gebeurt hier, dat we echt anders denken. Er komen steeds opnieuw partijen en clubjes aanwaaien. Met een lach: “Het rondkrijgen van het rooster kost meer en meer moeite!”
Meer informatie: huisvoordewijk.nl en actualiteit op hun Facebookpagina
Brasserie de School is zeven dagen in de week open en serveert koffie, lunch en diner, ook om mee te nemen. Met de Gelrepas zijn de maaltijden toegankelijk voor iedereen.
Dit artikel is geschreven voor Onderaf.nl, een kennis- en inspiratiebank voor burgerinitiatieven en vrijwilligersorganisaties . Ter inspiratie verzamelen zij grote en kleine initiatieven van Arnhemmers die de stad een beetje mooier maken.