{
Het stemt me altijd vrolijk als ik naar een voorstelling in de kleine zaal van de schouwburg ga. √úberhaupt vind ik naar het theater gaan leuk, maar de voorstellingen in de kleine zaal brengen absoluut een andere sfeer met zich mee dan die in de grote zaal. Het begint al bij de foyer. Je kan zelden spreken van een knalfeest, maar de ¬¥nieuwe¬¥ grote foyer is mij te kil. In de foyer die hoort bij de kleine zaal, zie je in één oogopslag wie er zijn; over het algemeen veel bekende theaterliefhebbers. Terwijl boven de première van de nieuwe voorstelling van Introdans plaatsvindt, bereiden wij ons voor op ‘ons’ stuk. Het is druk, ook deze keer de bovengenoemde theaterliefhebbers. Vooral vrienden en kennissen van de Arnhemse regisseur (Rob Ligthert) en schrijver (Peer Wittenbols) verzamelen zich.
Om 20.30 uur betreden we de zaal (lekker voordringen om een mooie plek te bemachtigen) en treffen we een vrij simpel, maar treffend decor: de omheining van een huis, een bank en wat stoelen. Op de achtergrond een projectie van één van de hoofdrolspeelsters.
Ik ben nieuwsgierig naar het stuk, ik heb bij Oostpool vaker voorstellingen gezien waarbij Ligthert en Wittenbols samenwerkten, maar dit was toch anders. Andere acteurs, een andere zaal en een andere tijd. Uiteraard had ik me even ingelezen: een weduwnaar waarvan de vrouw pas is overleden wordt door zijn twee kinderen betrapt met de wijkverpleegster. Het klonk mij enigszins als een doktersromannetje in de oren, maar dat bleek niet het geval! Zeer gevatte teksten, tijdloos maar tegelijkertijd actueel. Veel humor, maar ook pijnlijke momenten en tragische verhaallijnen. Wat een fijn stuk om naar te kijken, de acteurs op elkaar ingespeeld en geen poespas qua wilde decors en heftige effecten. Des te meer de tijd om te letten op tekst en spel, waardoor ik meegesleept werd in het verhaal.
Inderdaad ging het over een man die door zijn kinderen werd betrapt met de wijkverpleegster, maar er zaten veel diepere verhalen onder. Een ongelukkige dochter waarvan haar Marokkaanse man zowat sterft van heimwee naar zijn vaderland, een ongelukkige zoon die al zeven jaar probeert kinderen te krijgen maar aan de verkeerde kant van de veertig zit, een ongelukkige wijkverpleegster die keer op keer bedonderd is en natuurlijk een ongelukkige weduwnaar die zijn vrouw zo mist. Klinkt reuze zwaar, maar zo werd het niet gebracht. De schrijnende situaties waren ook komisch, soms voelde ik me bijna bezwaard omdat ik lachte om ‘erge’ dingen. Maar ach, de mens houdt van leedvermaak. Naast al deze ellende was er ook het lichtpunt van de liefde tussen de verpleegster en de weduwnaar. Schattig om te zien. De kinderen van de weduwnaar vinden het op z’n zachtst uitgedrukt op z’n minst schattig. Het wordt een familiaire rel (op de dag wanneer ze het graf van moeder zouden afmaken!), waar de verpleegster ongewild middenin belandt.
Gedurende het hele stuk bleef ik geboeid door de rake teksten en het overtuigende spel. Weer een aanrader wat mij betreft!
Ook deze keer overigens weer geen knallende fuif na afloop, los van leuke gesprekken met de acteurs. Daarna toch nog maar een borreltje bij Het Proeflokaal…
Honingjagers is nog tot en met 7 maart te zien. Bekijk de speellijst op Wittenbolsschrijftligthertregisseert.nl/. Spel: Astrid van Eck, Roos Ouwehand, Michel Sluysmans en Dries Smits.
Wees de eerste die reageert op "Honingjagers | recensie"