De verbouwing is klaar, jeugdhonk De Hotspot geopend, de kersverse moestuin beplant, het activiteitenprogramma draait op volle toeren en Brasserie De School loopt als een tierelier. Het Huis vóór de Wijk in Immerloo II staat. Niks meer aan doen, zou je zeggen. Maar zo simpel ligt het niet, want het Huis vóór de Wijk is niet zomaar een buurthuis waar je fijn een potje kunt biljarten of aan een Arabische taalklas meedoet. Het achterliggende doel van het vernieuwende wijkcentrum is om Immerloo II uit het slop te krijgen. Echte, duurzame verandering teweegbrengen in de armste wijk van Gelderland, dat is het idee. Bestuurslid Lars Nieuwenhoff vertelt hoe die grootse plannen vorderen.
Door Hilde Wijnen
“Er is veel dat goed gaat. De jongeren bijvoorbeeld, de organisaties die zich met dat onderwerp bezig houden – Prisma, Rijnstad, VSI en Het Wijklab – ze weten elkaar te vinden. Het zijn volwassen organisaties waar mensen werken die het klappen van de zweep kennen. Ze beconcurreren elkaar niet, maar werken samen en zijn in dialoog met elkaar. En je hebt de meiden van de Jeugdwijkraad. Die doen mooie dingen. Zij maken de jeugd in de wijk zichtbaar. Ze leggen een fundament voor de toekomst.”
Ook over de samenwerking met de HAN is Lars enthousiast. “Met de HAN doen we een reeks projecten onder de noemer van interprofessioneel leren. Gecombineerde klassen van zes verschillende opleidingen krijgen hier les. We vertellen ze wat er in de buurt speelt en naar aanleiding daarvan doen ze opdrachten. Ze ontwikkelen bijvoorbeeld nieuwe activiteiten.”
Missie
Samen met Marcel de Haas is Lars Nieuwenhoff in 2020 aangetrokken om Immerloo II te voorzien van een sterk, nieuw wijkcentrum waar bewoners zich kunnen ontwikkelen en elkaar ontmoeten en van waaruit maatschappelijk organisaties hun werk doen, voor, in en met de wijk. De missie van het Huis vóór de Wijk is gestoeld op vier pijlers: kansrijk opgroeien, het terugdringen van eenzaamheid, het bieden van een plek waar mensen terecht kunnen met levensvraagstukken en hulp bij het vinden van de weg naar werk. “Veel buurtbewoners zijn inmiddels bekend met het Huis vóór de Wijk,” aldus Lars. “Brasserie De School kookt dagelijks 45 tot 60 maaltijden, dat is echt veel. Maar het is moeilijk om alle bewoners te bereiken, dat valt tegen. We hebben met de studenten van de HAN geprobeerd om door middel van koffiemiddagen voor de deur van de flats met buurtbewoners in gesprek te komen. Dat is onvoldoende gelukt. Mensen blijven bijna niet staan, ze vluchten hun flat in.”
Armoede
In Immerloo II heerst veel armoede. De buurt is eind jaren zestig gebouwd en bestaat uit zes flats en wat laagbouw. Meer dan zeventig culturen herbergt de wijk. Bijna de helft van de mensen leeft op of onder de armoedegrens. “Ken je de piramide van Mazlov? Veel mensen die in de flats wonen, zitten gevangen in de onderste laag,” legt Lars uit. “Zij zijn dagelijks alleen maar bezig met het voor elkaar krijgen van hun eerste levensbehoeftes, zoals eten en drinken. Ze zijn aan het overleven. Als dat probleem niet eerst opgelost wordt, heeft het eigenlijk helemaal geen zin om te gaan rommelen op andere niveaus.”
Handelingskader
In de wijk zijn veel organisaties en partijen bezig om de situatie te verbeteren, maar wie precies wat doet is niet helemaal duidelijk. Daardoor kan concurrentie ontstaan. “We zijn begonnen met het maken van een gemeenschappelijk handelingskader. Met zo’n 40 bewoners en partners in de wijk is geprobeerd vast te leggen wat iedereen wil en wie welke inbreng heeft. Zo weet je waar behoefte aan is, wie wat doet en wie welke verantwoordelijkheid heeft. Ook kan de gemeente dan beter sturen op verplichte samenwerking om concurrentie en dubbele subsidiëring te voorkomen. Maar dat document is nog steeds niet af. En dat is jammer, want zo lopen er dingen langs elkaar heen. De woningcorporaties wilden in samenwerking met ons bijvoorbeeld graag winkeltjes maken onder de flats. Dat zorgt voor reuring en loop in de wijk. Maar dat plan is niet doorgezet. Als er een handelingskader was geweest, dan had het op basis van een gezamenlijk vastgestelde koers anders kunnen lopen.”
[tekst gaat door onder afbeelding]
Gemiste kans
Het is niet de enige gemiste kans. Om van het Huis vóór de Wijk echt een succes te maken moet het wijkcentrum, volgens Lars, nog een stap maken. Daarvoor is een subsidie nodig. De gemeente Arnhem kan daar een belangrijke rol in spelen door het Huis vóór de Wijk te steunen een sociale onderneming te worden. “Als je echt iets wil veranderen in deze buurt, dan is die vierde pijler onmisbaar. We hebben een WijkWerk-project geschreven waarin we laten zien dat het Huis vóór de Wijk op verschillende manieren mensen in de wijk aan werk kan helpen. Een deel van de verbouwing is bijvoorbeeld gedaan door de aannemers te verplichten buurtbewoners in te zetten. Daarmee hebben we 12 procent van de kosten bespaard, dat is een behoorlijk bedrag. We hebben er drie mensen mee opgeleid en naar een vaste baan begeleid.”
Verdienmodel
Het WijkWerk-plan is aanvankelijk laaiend enthousiast ontvangen op het gemeentehuis, toch komt het project niet door de bureaucratische molen heen. Lars: “Ergens is het blijven steken. Dat frustreert me. Een ton subsidie voor dit project lijkt misschien veel, maar als we straks per persoon die we uit de bijstand halen een ton besparen, dan is het een verantwoorde investering. Het Huis vóór de Wijk kan zichzelf in de toekomst bedruipen. Het is een verdienmodel. Met de verhuur, de opbrengsten van het restaurant en de inkomsten uit WijkWerk willen we over vier jaar naar 0 euro subsidie. Dat kan, maar dan moet de gemeente wel durven. Wij willen het spel wel spelen, maar die ruimte krijgen we niet. Terwijl we de uitdaging samen met de gemeente graag aan zouden gaan.”
Pareltjes
Ondanks de beren op de weg houdt Lars de moed erin. “Ik heb nog steeds goeie hoop, hoor, maar het kost tijd. Dat geldt eigenlijk ook voor de mensen die hier wonen. We moeten ze een voor een veroveren. Het kan echt. Kijk maar naar Emile die bij ons werkt. Als je zijn verhaal hoort, dat is echt aangrijpend. Maar hij is nu 43 en heeft wel zijn eerste betaalde baan. Of Coco, een alleenstaande moeder die uit China is geëmigreerd, zij deed hier eerst vrijwilligerswerk en heeft inmiddels een eigen zaakje. Dat zijn de pareltjes. Er is zoveel potentie in de wijk. Alleen, je moet kijken naar de lange termijn. Het kost tijd en energie om dit soort problemen op te lossen. Dat is met kinderen ook zo. Als je ze aandacht geeft, gaat het goed. Als je dat niet doet, versloft het. Mijn vader was een van de architecten van de wijk. Toen al hoorde ik verhalen over hoe moeizaam het er hier aan toe ging. Dertig jaar beleid heeft niet geleid tot de integratie van deze wijk in de stad. Zelfredzaamheid is belangrijk in Nederland, maar daarmee kom je er niet in Immerloo. Het is belangrijk dat er een plek voor de mensen die hier wonen, dat er voor ze gezorgd wordt. Het buurthuis is de nieuwe kathedraal van de wijk. Een neutrale plek met gedeelde normen en waarden waar ze met open armen worden ontvangen. ”