Zomerse boekentips van Arnhemse Schrijvers (1)

Vandaag de eerste 5 zomerse boekentips van onze Arnhemse schrijver Martijn Brugman.

Martijn Brugman (Arnhem 1975) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, dreigde ongelukkig te worden als archiefmedewerker bij de Keuringsdienst voor Vee en Vlees, maar zegde net op tijd zijn baan op om zich aan het schrijven te wijden.

Hij publiceerde onder andere in Volzin, het Historisch Nieuwsblad, Onze Wereld en de Journalist. Vorig jaar schreef hij in opdracht het boek Stad van Eusebius. Twee eeuwen katholieken in Arnhem. Zijn korte verhalen stuurt hij op naar zijn lezers in de vorm van het gratis tijdschrift Maeb is een Magazine. Onlangs verscheen daar de tweede editie van: zes verhalen geprint op de bladzijden van tweedehands boeken.

Allereerst nog iets dat u van mij moet weten. Ik loop in de boekhandel met een grote boog heen om feelgoodboeken met hun vrolijk gekleurde kaftjes. In goede boeken wordt geleden.

1. Tom Holland – Rubicon. Het einde van de Romeinse Republiek (Athenaeum, 2006)
Dit is het mooiste geschiedenisboek dat ik ken. Lees over de decadente Romeinse elite en zijn oneindige zucht naar roem en dat dan gepersonifieerd door Caesar die uitgroeide tot de grootste van hen allemaal maar vervolgens ook als hardste van zijn voetstuk knikkerde. De professor oudheid op de universiteit raadde ons destijds aan om in godsnaam de Godfather-trilogie te gaan kijken, als wij de Romeinse samenleving werkelijk wilden doorgronden. Dan dring ik er graag op aan om Rubicon er dan bij te lezen.

2. Knut Hamsun – Honger (Atlas, 2007)
Ja, hoe ga je aan iemand uitleggen dat hij Knut Hamsun lezen moet? Zijn hoofdpersonages zijn vrijwel allen zonderlinge figuren die een diepe afkeer hebben van de beschaafde wereld. Zijn romans lopen meestal slecht af. Verder moet je weten dat hij zijn nobelprijsmedaille schonk aan Joseph Goebbels. Nou goed, dit zijn eigenlijk alleen maar argumenten om Hamsun niet te lezen. Laten we dan nog dit zeggen: om je Nobelprijsmedaille aan Joseph Goebbels te kunnen schenken, moet je hem wel eerst winnen. Hamsun schrijft gewoon hele goede boeken.

3. A.L. Snijders – Bordeaux met ijs (AfDH Uitgevers 2008)
Snijders schrijft zeer korte verhalen, zkv’s. Dat doe ik ook. Is hij een voorbeeld? Een roman begon een obsessie te worden. Snijders heeft mij er vanaf geholpen. Het hoeft niet lang. En om je over te halen ook Snijders te lezen geef ik nu graag het woord aan Tommy Wieringa: ‘Het zeer korte verhaal is de kruimeldief van de literatuur, het zuigt in hoekjes waar de roman niet kan komen.’ Maar goed, je kan beter Snijders zelf gaan lezen want Wieringa staat niet eens in deze top vijf.

4. Marcel van Roosmalen – Het jaar van de adelaarhttp://www.maebiseenmagazine.nl/ (Nieuw Amsterdam, 2009)
Als je een seizoenkaarthouder van Vitesse vraagt of hij er volgend seizoen weer één neemt dan geeft hij geen antwoord op je vraag maar vervalt in een eindeloos geklaag over het belabberde niveau op het veld, de directie, wat een wanbeleid, en die spelers, een totaal gebrek aan inzet, en er nog zoveel geld voor vangen ook. Bij de eerste wedstrijd van het seizoen zit hij dan toch gewoon op de tribune. Bij mij gaat het al twintig jaar zo. Dat geklaag hoort er gewoon bij. Beter dan dat blije gedoe bij Heerenveen. Met Marcel van Roosmalen hebben we in ieder geval wel een hele goede schrijver in huis. Na zijn eerste boek over Vitesse (Je hebt het niet van mij) is ook Het jaar van de Adelaar weer een tragikomisch meesterwerkje. Neem nu die adelaar. De vogeltrainer raadde technisch directeur Marc van Hintum een valk of een oehoe aan maar het moest de grootste vogel zijn die hij had. Het werd dus een Afrikaanse vechtarend. Met een eigen willetje. Net zoals de supporters op de tribune. Heeft het beest geen zin, dan vliegt hij niet.

5. DBC Pierre – Vernon God Little (Faber and Faber, 2005)
Dit gaat ook al weer over zo’n outsider die ruzie krijgt met de rest van de wereld. Maar wel satire dit keer. De underdog heet Vernon God Little, 15 jaar oud. Zijn vriend Jesus schiet zestien van zijn klasgenoten neer en Vernon krijgt er de schuld van. DBC Pierre wrijft ons het één en ander onder de neus. Dat wij in deze tijd niet zonder zondebokken kunnen bijvoorbeeld. Het boek bevat geweldige dialogen, zoals deze tussen Vernon en de plaatselijke sheriff:

‘Uh-huh. Let me explain that my job is to uncover the truth. Before you think that’s a hard thing to do, I’ll remind you that, stuss-tistically, only two major forces govern life in this world. Can you name the two forces underlying all life in this world?’

‘Uh‚Äîwealth and poverty?’

‘Not wealth and poverty.’

‘Good and evil?’

‘No‚ÄîCause and effect. And before we start I want you to name the two categories of people that inhabit our world. Can you name the two proven categories of people?’

‘Causers and effecters?’

‘No. Citizens‚Äîand liars. Are you with me Mister Little. Are you here?’

Reacties

Wees de eerste die reageert op "Zomerse boekentips van Arnhemse Schrijvers (1)"

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*