De psychologische effecten van schaarste en armoede

{

“Het is gemakkelijker arm te leven als je geld hebt”, zei mijn moeder altijd al. De implicatie dat de tering naar de nering zetten niet zo eenvoudig is, juist als je schaarste aan geld voelt, wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Lees het interview op MT met Eldar Shafir, psycholoog aan de prestigieuze Universiteit van Princeton, medeauteur van het boek ‘Schaarste’.
Op donderdag 5 februari sprak Dr. Roeland van Geuns (1954)over de Nederlandse situatie tijdens een door Rijnstad georganiseerde lunchbijeenkomst in Malburcht. Van Geuns is sinds 2012 Lector Armoede & participatie aan de Hogeschool van Amsterdam.
Het artikel hieronder combineert zijn inzichten met mijn eigen ervaringen als coach. Ik pleit voor meer inzicht in de individuele verschillen tussen cliënten en een daarbij passende aanpak. Ook leg ik de vraag voor welk effect schaarste op de hulpverleners zelf eigenlijk heeft.

Roeland van Geuns toonde in zijn powerpointpresentatie de nodige cijfers en onderzoeksresultaten. Zo liet hij zien wat in 2013 het Basisbehoeftenbudget was (vastgesteld door het Centraal Cultureel Planbureau) en dat 10,3% van de Nederlanders zich op of onder de lage inkomensgrens bevond. In dat jaar zat 3% van de huishoudens al 4 jaar of langer in die armoede.
Eén van de tot nu toe onderschatte effecten van langdurig ervaren armoede is een (tijdelijke) teruggang van het IQ: gemiddeld tussen de 11 en 13 punten. Opmerkelijk!
Maar ook werd aangehaald dat minder langdurige en heftige stress al (tijdelijk) een negatief effect heeft op het oplossingsvermogen van de gemiddelde mens. Minder extreem. Maar het gepresenteerde voorbeeld van acute tijdsdruk herkennen we allemaal wel: hoe je dan soms onnodige fouten maakt, het overzicht kunt verliezen of ontactisch uit de hoek komt.

De hulpverlener en de schaarste
Wat niet tijdens deze bijeenkomst aan de orde kwam was het feit dat ook de hulpverleners zelf tegenwoordig schaarste ervaren: meer moeten doen in minder tijd, minder handelings- en beslissingsvrijheid krijgen en ja, ook soms minder financiële armslag overhouden door bijvoorbeeld verminderde contracturen. Wat betekent dat op termijn voor de bandbreedte van de hulpverleners: het open kunnen staan voor inleving in de ander, het vinden van een oplossing voor specifieke situaties, het volhouden van de fysieke en psychische inspanning en het overeind blijven als deskundig professional in het krachtenveld tussen werkgever/broodheer en cliënt?

De term ‘bandbreedte’ werd in de presentatie van Van Geuns genoemd om aan te geven dat langdurige schaarste daadwerkelijk leidt tot andere denkpatronen. Er ontstaat een sterkere focus op korte termijn oplossingen en op efficiëncy. Maar dat gaat vaak ten koste van ‘de lange termijn visie’, van motivatie, creativiteit, zelfbeeld en zelfvertrouwen. Het komt mij voor dat dat juist de elementen zijn die bij professionals tot burn-out verschijnselen kunnen leiden.

Individuele verschillen
Zoals Van Geuns liet zien bestaan er allerlei cijfers over armoede in Nederland, de gevolgen ervan en onderzoeksgegevens die iets zeggen over wat wel of niet helpt in de hulpverlening. Maar statistieken geven een vereenvoudigd beeld van de waarheid weer. Er zijn mensen die ook in extreem moeilijke situaties hun weg blijven vinden. En wat te denken van topinkomens die diep in de financiële problemen terecht komen.

Ik zou mijn vermoeden wel eens uitgezocht willen zien: dat er een samenhang te vinden is tussen iemands aanleg, de problemen waar men in terecht komt en de meest effectieve aanpak ervan.

Eén van de conclusies in de presentatie van Van Geuns is dat voorlichting, gebaseerd op meer kennisverwerving, gemiddeld gezien niet effectief blijkt voor wie langdurig in financiële problemen zit.
Daar kan ik me vanuit mijn ervaring met drijfverenonderzoek iets bij voorstellen (het begrip drijfveren staat voor een samenstelsel aan aangeboren geschiktheid en voorkeuren dat per individu verschilt). Dat onderzoek wijst namelijk uit dat de gerichtheid op feitelijkheden, data en kennisverwerving lang niet bij iedereen even prominent in aanleg aanwezig is. En ik schat in dat, wie dat wel heeft, zich bij voorbaat omringt met meer zekerheden en dientengevolge minder risico op armoede loopt.
Maar individuele gevallen zullen er zeker zijn en die hebben dan weer wel behoefte aan kennis!

Wat ook blijkt uit drijfverenonderzoek is dat niet iedereen in dezelfde mate gevoelig is voor uiterlijkheden, algemeen geldende denkbeelden en heersende mores. Het zijn deze factoren die voor een groot deel onze vatbaarheid voor marketing, aanzien en positie bepalen. En daar wordt in de media en openbare ruimte (nog steeds) volop aan gerefereerd: heb je de nieuwste smartphone al, zie je er nog wel net zo jong uit als 20 jaar geleden, zorg dat je succesvol bent en verdien nog meer! Mijn ervaring is dat mensen, die dit als dé realiteit van hun bestaan accepteren, bij werkloosheid en financiële problemen een grote kans lopen op een vertrouwenscrisis. Ze voelen zich afgewezen en op hun ziel getrapt, vallen ten prooi aan twijfels over hun kwaliteiten, over de waarde die ze voor anderen hebben en vinden het uiteindelijk moeilijk te geloven dat een zinvolle toekomst nog wel mogelijk is. Deze gevoelscrisis kan alleen worden opgelost door het bieden van een nieuwe veilige context. Daarna worden feiten pas weer op hun waarde geschat. Als trainer bij Team3.0 ervaar ik het regelmatig, deze samenhang tussen aanleg, problematiek en oplossing.

Natuurlijk zijn er nog meer verschillende drijfverenprofielen, allen met hun eigen kwaliteiten én hun specifieke kwetsbaarheden. En niemand wil zich kwetsbaar voelen in een lastige situatie. Dus meestal wordt onbewust een verdedigings- of conflictstrategie actief. Herken je die als hulpverlener en heb je de bandbreedte en vaardigheden om de cliënt terug te brengen naar het inzetten van zijn/haar kwaliteiten, dan kom je samen sneller tot een effectieve aanpak.
Kennis van de eigen drijfveren (en de interactie met die van anderen) is daarbij voor de hulpverlener een belangrijk instrument.

De presentatie van Roeland van Geuns vond plaats in de serie Studium Generale van Rijnstad. Het was interessant en werd door de aanwezigen met grote aandacht gevolgd. De soms verrassende onderzoeksgegevens en statistische feiten bieden houvast voor wie de grote (beleids)lijnen uitzet.
De hulpverlening zelf blijft vooral mensenwerk waarbij ieder individu aandacht voor zijn eigenheid verdient.

Studium Generale Rijnstad
Medewerkers van de brede welzijnsorganisatie Rijnstad organiseren een aantal malen per jaar een lunchbijeenkomst waarbij interessante lezingen georganiseerd worden over onderwerpen uit de dagelijkse praktijk van Rijnstad-medewerkers. Ook introducés uit het netwerk zijn dan van harte welkom. Na een inleiding van half uur is er een half uur ruimte voor vragen of discussie. Napraten vindt plaats tijdens een eenvoudige lunch. Kort maar krachtig en inspirerend.

Reacties

Wees de eerste die reageert op "De psychologische effecten van schaarste en armoede"

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*