Mama

15835077243_aff60b292b_o

Jacques was alleen met Mama.

“Zo.” zei hij. Het voelde wel wat merkwaar¬≠dig dat hij het gesprek begon, maar anders zou het lang stil blijven. Hij liep naar het voeteneinde, ter¬≠wijl hij Mama steeds bleef aankijken. Het was een mooie plaats voor een ele¬≠gie, leek hem. Dan kon ze alles goed zien.

Mama zag er toch wel mooi uit, vond hij. In dit licht zeker. Hij was ook wel te spreken over de manier waarop haar handen over elkaar waren neergelegd. Jacques steunde op de voetrand. Hij keek nog iets beter, door zijn ogen wat samen te knijpen. Hij liet het bed los en schoof wat naar rechts. En dan nog een beetje. Tot hij vlak­bij haar hoofd stond en bukte. Zijn neus raakte bijna haar lin­ker­oor. Nou kon hij haar ruiken. Hij kwam nog iets dich­ter­bij — hij kon zich niet her­in­neren ooit eer­der Mama te hebben geroken.

Jacques sloot zijn ogen. Het aroma boorde zich een weg door zijn zin­tui­gen — hij rook de lucht van wierook en oud papier: een begeer­lijk bou­quet, dat gevaarlijk gretig maakte. Hij snoof alsof hij zuurstof ina­demde. Zijn hand gleed naar de gevouwen vingers van Mama. Ze voelde zacht aan. Hij sloot zijn ogen en snoof en streelde.

Er rolde een traan uit zijn oog — het was gebeurd voor hij er erg in had. Voor hij het kon stop­pen was ze langs zijn wang gebiggeld en op de sloop geval­len. Hij moest ervan schrikken, waar­door hij plot­sel­ing zijn ogen weer opende.

Dan zag hij de por¬≠iën van haar huid met wat lichte dons op haar kin. Het ene oor was heel dicht¬≠bij en vanuit haar neus zag hij kleine haartjes. Hij was nog nooit eer¬≠der zo dicht bij haar geweest.

Bedachtzaam schoof hij zijn andere hand naar haar hoofd. De vinger­top­pen raak­ten het zil­ver­grijze haar en begonnen het te strelen. Hij bleef strak naar haar kijken, zoals hij eer­der had gedaan toen hij nog stond, tegen­over haar, aan het voeteneind van het bed.

Hij voelde haar nu met zijn beide handen, ter­wijl hij haar rook en zag. En toen moest hij pas echt hui­len. Niet zomaar een paar tranen, zoals die ene van zonet, maar een hele reeks, waar­van het leek alsof ze had­den staan wachten om te worden vrij­gelaten — er was geen houden meer aan. En hij snikte erbij — van die lange, uit­ge­haalde snikken, zoals die voorko­men bij andere mensen die pas werkelijk hartver­sch­eurend ver­drietig zijn en door narigheid over­mand zichzelf zijn kwijt­ger­aakt. De machte­lozen en de ver­latenen, die ver­loren had­den wat ze nooit had­den kunnen bereiken.

Achteraf verbaasde Jacques het dat hij dit had laten gebeuren. Het was niet zijn gewoonte om zich zo onbeteu­geld te uiten in het open­baar. Maar, zo hield hij zich voor, er waren geen getui­gen geweest. Alleen Mama en die was god­dank dood. Wel was het jam­mer, dat er geen passend onweer was geweest die avond, of storm. Met bliksem en slagre­gens. Maar achteraf is er altijd wat.

Reacties

Over de auteur

René Gademann
Een Mowl’etje [mo’wɛləcə] is een kort verhaal van exact honderdvijftig woorden. Het is bedacht en ontwikkeld door René Gademann die al sinds jaar en dag publiceert op www.mowl.eu. En elke zaterdag op Arnhem Direct. Kortgeleden is van zijn hand de thriller Colheita verschenen bij de Arnhemse uitgeverij Aquazz. Het boek is ook verkrijgbaar bij de boekhandel.

Wees de eerste die reageert op "Mama"

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*