Hij kwam met een vermoeid gezicht aan de bar staan.
“Het was me het dagje wel,” zei hij. De man naast hem draaide de opdruk op zijn glas naar zich toe.
“Zo,” zei hij.
“Het gaat nu snel achteruit met haar,” vervolgde de eerste man. Met een handgebaar bestelde hij een biertje. “Ik ben de hele dag bij haar geweest.” De barman zette een glas voor hem neer. “Ze wilde alleen maar melk. Koude melk.”
“Melk?” vroeg de andere man, “Hoezo melk?”
“Dat heb ik vaker meegemaakt,” zei de eerste weer, “aan het einde willen ze allemaal melk drinken. Koude melk.”
“Wat apart,” zei de ander, “daar heb ik nog nooit van gehoord.”
De eerste tuurde naar zijn glas. Langzaam knikte hij.
“We gaan zoals we komen, denk ik,” zei hij dan. Hij pakte het glas op en keek naar het schuim.
“We beginnen en eindigen met melk,” zei hij.