Het was zijn hart geweest, zeiden ze, dat niet meer verder wilde. Ik vroeg het enkele keren om er zeker van te zijn. Steeds kreeg ik hetzelfde antwoord: Heso was dood. Ik kon het beter zo horen dan via internet, zeiden ze. Alsof ik het nu wel kon geloven.
Zinloos stuurde ik hem berichten. Niemand reageerde.
Mijn laatste boodschap had hij niet meer gelezen, zag ik. Alsof hij er toen al niet meer was. Alsof ík er toen al niet meer was. Ik had het er maar bij laten zitten. Ik zou hem vast wel weer een keer spreken. Dan zou ik zijn kleine, magere lijf omhelzen en zouden we weer lachen en huilen en eten en drinken.
Dacht ik.
Er zou een uitvaart komen, zeiden ze, en ze hadden mij er graag bij.
Ik beloofde het. Al was het maar om er dit keer wel voor hem te zijn.