Het Blokken Feuilleton 5e: De horrorshow

Logo_Phanos_blauwPhanos is failliet en geen van de door deze projectontwikkelaar verzonnen plannen voor Stadsblokken-Meinerswijk is ooit gerealiseerd. De honderden woningen uit de plannen uit 2006 zijn nooit gebouwd, de duizenden woningen uit het eilandconcept evenmin. In dit deel van het Blokken Feuilleton stel ik een eenvoudige vraag: waarom niet? Ik denk namelijk dat het lachje van Henk Kok hiermee beter begrepen kan worden. Een voor de hand liggend antwoord op de vraag waarom SbMw nooit ‘tot ontwikkeling’ is gebracht is: de economische crisis en de daarmee verbonden vastgoedcrisis. Dit antwoord zal misschien als enige overblijven in de geschiedboeken, het is immers altijd fijn om de wereld overzichtelijk voor te stellen: economisch cisis √† failliet van projectontwikkelaars √† nooit gerealiseerde bouwplannen. Interviews met betrokkenen en het doorspitten van rapporten en krantenartikelen leren mij dat een eenduidig antwoord echter niet bestaat. Ik presenteer daarom vijf ‘oorzaken’ die volgens mij verklaren waarom SbMw als bouwlocatie slechts een belofte bleef.

Babyblauwe Pim Fortuin-das

30 juni 2006. ‘hoera!: er mag eindelijk gebouwd worden op Stadsblokken. Dat kun je maar één keer doen, en dat kun je dus beter maar goed doen. Inderdaad: met een visie. Na de pauze kwam de ware aap echter uit de mouw. Toen presenteerde projectontwikkelaar Phanos zich, in de gestalte van Gert Koele, directeur van de afdeling vastgoed van Phanos. Gert Koele ziet er echt uit als een projectontwikkelaar: grijs krijtstreepkostuum en een babyblauwe Pim Fortuin-das voor het smetteloos witte overhemd. Koele is geen spreker. Zijn voordracht gisteravond was niet sprankelend, niet inspirerend en al helemaal niet visionair. Koele hoeft ook helemaal geen visie te hebben. Koele en zijn firma Phanos hebben immers de Stadsblokken. Met trots liet Koele het kaartje zien met al zijn bezittingen. Stadsblokken is van hem, en hij gaat het ontwikkelen. Om een idee te geven hoe dat eruit gaat zien, liet Koele wat voorbeelden zien van zijn vorige klussen. [‚Ķ] Stadsblokken wordt in de visie van Phanos een kruising tussen een architectonisch pretpark en de Scheveningse Pier. Het gebrek aan visie en stedenbouwkundige lef van Phanos en zijn baas Gert Koele zijn natuurlijk een weerspiegeling van het gebrek aan visie waarmee de gemeente Arnhem momenteel met Stadsblokken omgaat. Alsjeblieft meneer Koele: dit zijn de Stadsblokken, ons mooiste stukje Arnhem dat er nog ongerept bijligt, doe er maar iets leuks mee en val ons niet teveel lastig, dan zijn wij er voorlopig vanaf.’

Bovenstaand fragment komt uit een column van Martin Pieterse gepubliceerd op 30 juni 2006, een dag na de Arnhemse Nacht van de Architectuur. Het heeft de veelzeggende titel: ‘Stadsblokken Horrorshow’. Een paar maanden nadat Phanos een groot deel van SbMw heeft gekocht leek de toon al gezet voor een imago waar Phanos daarna niet meer vanaf zou komen: Phanos als een visieloze projectontwikkelaar die zich vergreep aan een voor Arnhem zo waardevol stukje grond.

Die hebben geen visie, zo werd gedacht

Het imago van Phanos, is er in de loop der jaren niet beter op geworden. Een projectontwikkelaar die bij de Nacht van de Architectuur aanwezig was zegt erover:

‘Het publiek weet het nu nog. Die hebben geen visie, zo werd gedacht. Die weten niet wat ze aan het doen zijn. De aanwezigen waren er verontwaardigd over. Zo erg lieten ze zien dat ze geen visie hadden. Toen werden ze prooi. Dit is niet serieus, werd er gedacht’.

Later tijdens het participatie proces wordt het negatieve imago van ‘bouwlustige’ projectontwikkelaar alleen maar versterkt. Een ambtenaar van de gemeente Arnhem vertelt mij daarover het volgende:

‘Wat Phanos toen deed was echt de verkeerde manier. Al die etentjes met politici zijn echt gebeurd. Ze hebben echt powerplay gespeeld. De burger was er al lang klaar mee.’

Een belangrijk element van het negatieve imago is de gepercipieerde arrogante houding van de Phanos en in het bijzonder van Phanos-topman Geert Ensing. Deze houding werd al opgemerkt door Magaret Mug (pseudoniem) die aanwezig was bij de aankoop van SbMw door Phanos:

‘Bijzonder was de kennismaking met Phanos. Die wilde een rondje gaan rijden in Meinerswijk, in een BMW 7 Coupe, met zachtleren bekleding waarin je behaaglijk in wegzakt. Het was ongelofelijk. Ze wisten niet wat ze hadden gekocht. Ze hadden zoveel geld uitgegeven maar niemand bij Phanos leek te weten waaraan. Ik heb nog nooit zoveel arrogantie gezien.’

Volgens een ander zit het zo:

‘Er leek maar één waarheid voor ze te bestaan. En dat was ook intern zo. Geert Ensing had het bedrijf alleen opgebouwd. Hij was de directeur. Als iemand het niet met hem eens was of een andere mening had dan zei hij: “Als jij het zo goed wist dan was je wel net zo succesvol geweest als ik.”’

Jullie wonen toch graag achteraf

Ook tijdens het participatieproces zou Phanos veel van de bewoners van De Praets tegen zich in het harnas hebben gejaagd. Pasma tekende in 2009 uit de mond van SP’er Gerrie Elferink, toen nog bewoner van De Praets, op:

‘De bewoners van De Praets voelen zich niet serieus genomen door Phanos. In de gepresenteerde visie zijn hun huizen niet meer terug te vinden. Toen hier naar gevraagd werd antwoordde Phanos dat ze wel in de buurt van de Eldense steenfabriek konden gaan wonen, want “jullie wonen toch graag achteraf”.’

Garantie op gezeik!

Een consultant voegt daar aan toe:

‘Het was een jong bedrijf. Hoewel ik wist dat justitie er niet iets mee deed zou ik niet met ze samenwerken. Het was een gevoel, intuïtief. Niet alleen over integriteit, maar ook dat het harde jongens kunnen zijn. Garantie op gezeik! Geert is zo gigantisch gegroeid, met kleine projecten. Hij is zo krankzinnig snel gegroeid, en dan kan ik niet beoordelen of zijn bedrijf op schulden en leningen is gebouwd.’

Het is voor nu niet van belang of de uitspraken ‘waar’ zijn. Ik presenteer ze voornamelijk om te illustreren dat Phanos niet zo’n goed imago had. Uit de interviews komt een beeld naar voren van een organisatie die erg veel vertrouwen had in het eigen kunnen, die wel even zouden laten zien hoe je een gebiedje tot ontwikkeling brengt. Uit de interviews komt een beeld naar voren van een organisatie die iets te veel op zichzelf gericht was geraakt en weinig oog had voor de omgeving.

Hypocriete beeldvorming?

Als ik de door mij geïnterviewden moet geloven, voldeed Phanos perfect aan het beeld van de inhalige projectontwikkelaar die de ongerepte natuur komt verstoren. Dit beeld is hardnekkig in Nederland en niet alleen gericht op Phanos. De overheid wordt in dit beeld consequent als ‘goed’ voorgesteld (door zichzelf, door de media), als vertegenwoordiger van de collectieve belangen. De projectontwikkelaars worden in één beweging weggezet als najagers van het eigenbelang. Dat er jarenlang innige banden bestonden tussen gemeentes en projectontwikkelaars en er van een ‘vrije markt’ nauwelijks sprake was, wordt voor het gemak uit de beeldvorming weggelaten. Het simpele onderscheid tussen de goeden en de slechte legitimeerde de geldmaakmachine, waarin zowel overheden als projectontwikkelaars een rol speelden. De beeldvorming is daarom hypocriet en gemakzuchtig en het lachje van Henk Kok lijkt daaraan bij te dragen. Maar of zijn lachje daarvan ook het resultaat is, durf ik hier niet te beweren.

Conclusie?

Ik weet niet of ik nu een eenduidige conclusie kan bieden. Ik heb geen idee of ik werkelijk alle oorzaken voor het falen van de plannen van Phanos heb opgetekend. Kloppen deze interpretaties, zijn ze volledig? Waarschijnlijk niet. Daarvoor is het te complex. Maar ja, je moet ergens beginnen.* Ze leren me in ieder geval dat Henk Kok al bij het proces betrokken was, zei het indirect, jaren eerder, via zijn voorganger. Het was onder andere een wethouder van GroenLinks die de projectontwikkelaar Phanos hoop gaf op gouden bergen. Een fractielid van dezelfde partij zorgde er mede voor dat het van geld verdienen met SbMw niet echt gekomen is. Het lachje van Henk zou dus goed een lachje kunnen zijn dat verwijst naar de interne schermutselen in zijn eigen partij. Het is dan een lachje van opluchting dat hij als GroenLinkser dit hoofdpijn dossier bijna kon sluiten met een groene afloop.

Het lijkt me echter realistischer om het lachje te zien als een bevrijdend lachje. Het failliet van Phanos betekende voor Henk het einde van een intensieve strijd met de projectontwikkelaar en gaf hem wellicht het gevoel dat hij eindelijk zijn park kon gaan realiseren. Hu, Hu- Henk. Ik zal Henk nog een keer een mailtje sturen, misschien wil hij zijn lachje nu zelf wel toelichten voor het volgende en laatste deel dit Blokken Feuilleton.

* U heeft wellicht aanvullingen, roddels of geheime documenten. Laat het weten via: martijn.duineveld@wur.nl. Ik beloof er later op terug te komen.

Deel 1. | Deel 2. | Deel 3. | Deel 4. | Deel 5a. | Deel 5b. | Deel 5c. | Deel 5d. | Deel 5e. | Deel 6a. | Deel 6b. | Deel 6c. | Deel 6d. | Deel 6e. | zie ook: sbmw.org

Reacties

Wees de eerste die reageert op "Het Blokken Feuilleton 5e: De horrorshow"

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*