In de boekverfilming The Unbearable Lightness of Being wordt Thomas verliefd op Tereza (gespeeld door Juliette Binoche). Toen ik deze film op mijn 17de voor het eerst zag, werd ik ook verliefd op Tereza, een stille, verlegen vrouw, die Tolstoj leest en dromerig de wereld in kijkt. Een paar jaar later werd ik verliefd op een vergelijkbare maar niet-fictieve vrouw. Ze sprak niet veel en haar zwijgen ging schuil achter een moeilijk te peilen glimlach. Als ze haar zwijgen soms doorbrak, dan vond ik elk woord dat haar mond de wereld in bracht van een ongelofelijk diepgang getuigen. Ik durfde haar pas na een paar maanden aan te spreken en hoe meer ik vervolgens te weten kwam, hoe verder mijn liefde wegzonk. Ze bleek helemaal niet zo mysterieus. Ze was gewoon een verlegen vrouw en de enigmatische blik in haar ogen bleek een melancholische, veroorzaakt door een net gestorven kat, ouders in een scheiding en depressief ex-vriendje. Pas jaren later – ouder en iets wijzer geworden – besefte ik dat ik in een val was gelopen. Het zwijgen van deze vrouw creëerde voor mij de mogelijkheid mijn verlangens en ideaalbeelden te projecteren op de ogenschijnlijke leegte van haar ziel die voor mij met haar zwijgen ontstond.
De mooie, stille vrouw SbMw
Voor veel mensen is Stadblokken-Meinerswijk zoals de mooie, stille vrouw uit mijn jeugd. Ze projecteren hun verlangens op een zelfverzonnen, niet bestaand vacu√ºm. Neem de vele bouwplannen die sinds de jaren ‘80 van de 20ste eeuw zijn gemaakt voor SbMw. Op een enkele, meer recente, uitzondering na, veronderstellen ze dat SbMw een leeg gebied is, dat erom smeekt bebouwd te worden. Het wordt door de bouwlustigen gezien als een braakliggend terrein midden in de stad, een perfecte locatie voor de bouw van een prachtige woonwijk, voor het creëren van ‘volumes’, waarmee Arnhem-Zuid en -Noord verbonden kunnen worden.
De bouwlustigen verschillen niet veel van hun tegenstanders, zij die tegen bebouwing zijn. Ik noem ze voor het gemak maar even ‘de natuurvrienden’. De tegenstanders van het bebouwen van SbMw stellen SbMw ook als een leegte voor, waar ze hun groene fantasieën op projecteren. SbMw is in hun ogen een stuk echte natuur dat zoveel mogelijk beschermd dient te worden tegen menselijke invloeden. Dat veel mensen SbMw als een natuurgebied zien kan ik overigens goed begrijpen. Wie SbMw bekijkt vanaf de kades in Arnhem-Noord, wie geen bodemmonsters neemt om de bodemvervuiling in kaart te brengen, of zich verdiept in de bewoningsgeschiedenis, haar bewoners en gebruikers, ziet voornamelijk groen, wat in Nederland al snel gelijkgesteld wordt met Natuur.
Fantasten
De voor- en tegenstanders van grootschalige ontwikkelingen in SbMw lijken meer op elkaar dan dat ze zelf willen geloven. Hoe reëel en verleidelijk SbMw ook lijkt, als bouwgrond of als Natuur, beide zijn illusies van de waarnemer. Net zoals voor mij destijds met de dromerige vrouw, is er soms wat tijd nodig om te beseffen dat de leegte een illusie is die het mogelijk maakt om je eigen fantasieën erop te projecten. In werkelijkheid is er natuurlijk altijd spraken van volte. Een volte die een stuk minder (of op een andere manier) romantisch is dan de projecties op de veronderstelde leegte. Een reeks wandelingen door SbMw, gesprekken met bewoners en gebruikers en uren leeswerk leerden mij dat SbMw een grootstedelijke wereld in een groene omgeving is, waar kortgeknipte jongeren trippen op de beats van dj’s met exotische namen, naakte mannen van middelbare leeftijd ronddartelen, daklozen de nacht doorbrengen, natuurliefhebbers vogels, vossen en mossen trachten waar te nemen en cultuurliefhebbers zich vergapen aan de restanten van een afweergeschut uit de Koude Oorlog. Ondertussen kan het groen haar gang gaan, al wordt ze soms in toom gehouden door paarden en maaimachines. En uit de vele vuilstortplaatsen die het gebied rijk is sijpelt er elke dag een beetje gif in de Rijn.
Deel 1. | Deel 2. | Deel 3. | Deel 4. | Deel 5a. | Deel 5b. | Deel 5c. | Deel 5d. | Deel 5e. | Deel 6a. | Deel 6b. | Deel 6c. | Deel 6d. | Deel 6e. | zie ook: sbmw.org
Wees de eerste die reageert op "Het Blokken Feuilleton 6b: De ondraagelijke volheid van de leegte"